Rekenvoorbeeld    

Om te leren werken met een rekenliniaal is het handig een rekenliniaal te hebben...

Heb je geen rekenliniaal, dan kan je gebruik maken van één van de vele online rekenliniaal-simulaties.
Een direct bruikbare emulatie van een Pickett 909 rekenliniaal staat op www.antiquark.com/sliderule/sim/n909es/virtual-n909-es.html

In Google Play en de Apple App Store zijn veel apps te vinden die rekenlinialen simuleren, met wisselende kwaliteit.
Een Digitale Rekenliniaal, die online én op een desktop én als mobiele app werkt, wordt aangeboden door The Animated Software Company.

Wayne Harrison geeft PDFs
voor exotische rekenlinialen

Je kan natuurlijk ook zelf een papieren rekenliniaal maken.

Een korte Nederlandse handleiding van een eenvoudige schoolrekenliniaal (Kent 7153) vindt men hier: deel 1 en deel 2.

Of lees de hier volgende samenvatting:

Hoe werkte de rekenliniaal ook al weer? (3,5 × 2 = 7) Van de wiskundelessen tijdens de middelbare school herinneren we ons de volgende regel voor logaritmen: Log(a × b) = Log(a) + Log(b) De meest gebruikte schalen (zoals de A-, B-, C- en D-schaal) zijn logaritmisch. Een schaalwaarde van 3,5 heeft een lengte van Log(3,5) = 0,544 eenheden vanaf het beginpunt (1) van de schaal. Evenzo hoort bij de waarde 2 een lengte 0,301. Als we 3,5 × 2 willen uitrekenen, kunnen we de regel Log(3,5 × 2) = Log(3,5) + Log(2) = 0,544 + 0,301 = 0,845 = Log(7) uitbeelden door de logaritmen van 3,5 en 2 (de “lengtes”) achter elkaar te zetten op de A-schaal respectievelijk de B-schaal. Zie de volgende figuur waarin de uitkomst 7 af te lezen is op de A-schaal als de som van de twee.

Kom je er niet uit? Bekijk dan de animatie

Meer voorbeelden zijn te zien op het YouTube kanaal van Isabelle Saillot.